6. Kerksluitingen in aartsbisdom Utrecht -Deel 1: Kritiek op bisschoppelijk beleid

K-6                                                                                                                 1 aug. 2015                         




6. Kerksluitingen in aartsbisdom Utrecht -Deel 1




1. Bisschoppelijk beleid bij exploitatietekorten van parochies

Op vele plaatsen kan men verzuchtingen van kerkbestuurders horen in de trant van “Er is geen geld meer” en “We trekken het niet meer”.
Het bisdom heeft hierop maar één enkel antwoord: grootschalige kerksluitingen - met als mantra “We kunnen niet anders...”.    

Als er in een parochie jaren achtereen forse exploitatietekorten zijn, dan eist het bisdom dat het parochiebestuur maatregelen neemt om die weg te werken. Het parochiebestuur moet dit doen “in goed overleg met het economaat van het aartsbisdom”.
Het resultaat is steeds dat de pastoor (namens het parochiebestuur) zich tot de bisschop wendt met een schriftelijk verzoek om een of meer kerken te sluiten.

De kerkgebouwen zijn weliswaar eigendom van de parochie, maar de bisschop beslist over gebruik, sluiting of verkoop.
De bisschop is formeel en feitelijk de baas; de pastoors en parochiebesturen zijn de uitvoerders van zijn beleid.


2. ONEIGENLIJKE kerksluitingen

Na het indienen van een schriftelijk verzoek bij de bisschop om een kerkgebouw te sluiten, bepaalt de pastoor de datum waarop de betreffende kerk wordt gesloten (met een slotviering). Vanaf die datum worden alle reguliere vieringen in dat kerkgebouw door de kardinaal verboden. Daarom staat zo’n aangekondigde kerksluiting in feite reeds gelijk aan een definitieve sluiting. En dit, terwijl het nog heel lang - zelfs jaren - kan duren voordat een decreet tot definitieve sluiting wordt uitgevaardigd. Wij beschouwen dit daarom als een ONEIGENLIJKE kerksluiting.

Ook al heeft de kardinaal bij nader inzien een paar kleine uitzonderingen toegestaan op het geheel buiten gebruik stellen van het kerkgebouw, zijn harde verbod op reguliere vieringen leidt uiteraard tot veel woede en verdriet bij de getroffen parochianen.
Met zo’n oneigenlijke kerksluiting wordt het hart uit de lokale geloofsgemeenschap verwijderd - en heft de kardinaal deze daarmee willens en wetens op !

In de praktijk worden bovendien alle creatieve alternatieven die door lokale geloofsgemeenschappen worden aangedragen om de sluiting van hun kerk en de opheffing van hun geloofsgemeenschap te voorkomen, door de kardinaal verboden.
Het gaat o.a. om het delen van een kerkgebouw met de PKN (halvering van de kosten); het kerkgebouw multifunctioneel inrichten waardoor er extra inkomsten gegenereerd worden; het overstappen naar een kleinere, goedkopere locatie; en zelfs het terugkopen van het  eigen kerkgebouw als lokale geloofsgemeenschap.

Kortom, de kardinaal verbiedt alle oplossingen van een lokale geloofsgemeenschap die concurrerend zijn met zijn beleid van concentratie van gelovigen rond het eucharistisch centrum.  
Omdat alle genoemde alternatieven, die overigens in andere bisdommen wel worden geaccepteerd, door de kardinaal worden verboden, blijft er voor het PB geen andere keuze dan om de kardinaal te vragen de kerk te sluiten en toestemming te geven die te verkopen. Dus ook de kerk van financieel gezonde, vitale lokale geloofsgemeenschappen !


Het is echter voor een bisschop zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, om een vitale geloofsgemeenschap haar kerk te ontnemen. Volgens het canoniek recht mag een bisschop alleen in het uiterste geval een kerk, per decreet, aan de eredienst onttrekken. En gelovigen hebben het recht om tegen een dergelijk bisschoppelijk decreet in beroep te gaan bij het Vaticaan

De maatregel om direct na een aangekondigde kerksluiting alle reguliere vieringen te verbieden, is door het aartsbisdom eigenmachtig ingevoerd. Het enige hiervoor aangevoerde argument is dat de kerk direct en te allen tijde beschikbaar moet zijn voor verkoop…[sic]
Zo’n ingrijpende maatregel is echter dermate funest voor de getroffen geloofsgemeenschap dat hij op generlei wijze is te rechtvaardigen.


3. Zijn kerksluitingen HET middel om exploitatietekorten weg te werken?

Het lijkt wellicht logisch om exploitatietekorten in een parochie te willen wegwerken door  kerkgebouwen te sluiten. Overheersend hierbij zijn overwegingen als “…dan zijn we in elk geval van DIE kosten af”, en hieruit voortvloeiend “Als we een paar kerken sluiten, is de begroting straks weer sluitend.”

Maar…in onze voorgaande serie artikelen “Kerksluitingen op de Veluwe” (deel 1) hebben we voor onze parochie HH.Franciscus en Clara (centrum Twello) aangetoond dat kerksluitingen geen bezuinigingen opleveren. Zelfs is het tegendeel gebleken: kerksluitingen vergroten het exploitatietekort. Dit wordt geïllustreerd in onderstaande grafiek.




Deze conclusie zal op vrijwel alle andere plattelandsparochies van toepassing zijn - en zeker op de hiermee verbonden  geloofsgemeenschappen met voldoende vitaliteit. 

Al ruim een jaar geleden hebben wij het aartsbisdom van deze conclusie op de hoogte gebracht. De reactie van de kardinaal en zijn staf luidde: “Wij zien de ernst van wat u inbrengt.”

Niettemin is het aartsbisdom helaas maar ÉÉN MIDDEL blijven hanteren om exploitatietekorten weg te werken: KERKEN SLUITEN ! 

En zo gaat het bisdom gewoon door met het sluiten van kerken - onder het mom van bezuinigingen…


Het gelijk van Jozef Wissink
Wij zien in dit bisschoppelijk beleid ook een bevestiging van de volgende uitspraak van Jozef Wissink in zijn notitie “De verwoesting van een bisdom”:
“Nu blijkt er toch een eigen visie mee te spelen en kan men de kerkbestuursleden geloof schenken, die verklaren dat er van hogerhand ook wel enige druk wordt uitgeoefend om tot een kerksluitingsbeleid te komen.”

Hierop reageerde het bisdom als volgt:
“De enige ‘druk’ die de bisdomstaf een parochiebestuur oplegt, is dat er niet jaren achtereen forse begrotingstekorten mogen zijn, omdat er dan voor de generatie na ons niets overblijft. Hoe dat begrotingstekort wordt weggewerkt, is een verantwoordelijkheid van het parochiebestuur, die [sic] dat doet in goed overleg met het economaat van het aartsbisdom. De zorg van kardinaal Eijk om de toekomstige generaties afdoen als ‘druk’ om tot kerksluiting te komen, is een gotspe.”

Ondanks deze felle ontkenning van de kant van het bisdom, is de praktijk helaas anders:

De druk van het bisdom om exploitatietekorten weg te werken wordt wel degelijk vertaald in druk om kerken te sluiten.





  • En zo geeft het bisdom welbewust voorrang aan het afstoten van kerken boven het daadwerkelijk  financieel gezond maken van een parochie.
  • Bovendien begaat het bisdom de cruciale fout om bij het wegwerken van exploitatietekorten uitsluitend te denken in termen van BEZUINIGEN.




Het bisschoppelijk beleid gaat aldus voorbij aan twee kernvragen:

1. Waarom kerken sluiten ter verbetering van de financiële huishouding van een parochie terwijl dit per saldo helemaal geen bezuinigingen oplevert?
2. Waarom alleen maar gedacht in termen van bezuinigen?

Op deze tweede vraag zal nader worden ingegaan in deel 2:
Alternatieven voor huidig bisschoppelijk beleid