9. Zó - kunnen we kerken openhouden ! *COMPACTE VERSIE

K-9                                                                                                                    27 nov. 2015  





Zó - kunnen we kerken openhouden !
Compacte versie

De Rooms-Katholieke Kerk in Nederland kampt al jaren met minder priesters, minder kerkgangers, minder geld...
Geen misverstand: heel wat kerken zullen daarom helaas moeten sluiten.
Maar laten we de problemen van de positieve kant benaderen: het merendeel van onze kerken kunnen we openhouden !

Als er in een parochie jaren achtereen forse exploitatietekorten zijn, dan eist het aartsbisdom Utrecht dat het parochiebestuur maatregelen neemt om die weg te werken. Dit resulteert er steeds in dat de pastoor (namens het parochiebestuur) zich tot de aartsbisschop wendt met een schriftelijk verzoek om een of meer kerken te sluiten. Hierna bepaalt de pastoor de datum waarop de betreffende kerk wordt gesloten (met een slotviering).
Een regelrecht doodvonnis voor de lokale geloofsgemeenschap !

Al snel na de sluiting zullen de bijdragen vanuit de geloofsgemeenschappen tot vrijwel nul dalen. Het netto-resultaat is dat de financiële huishouding van de parochie er helemaal niet beter maar soms zelfs slechter op wordt.
Wij hebben kunnen aantonen dat hierdoor de vermeende bezuinigingen als gevolg van dergelijke kerksluitingen helemaal niet worden gerealiseerd !

Onverkoopbare kerken
Bovendien blijft een groot deel van de kosten voor de parochie gewoon doorlopen. En als die kerk niet meer grotendeels voor de eredienst wordt gebruikt, worden sommige kosten zelfs hoger (vervallen van belastingvrijstellingen zoals onroerendezaakbelasting,  risico van kraken en verval). Het blijkt nu al heel moeilijk een kerkgebouw te verkopen vanwege de strakke regelgeving en de beperkte gebruiksmogelijkheden. Veelzeggend is de volgende zinsnede in een brief van de adviseur vastgoedbeheer van het bisdom: “Het komt regelmatig voor dat de werkelijke vervreemding van een overtollig kerkgebouw alleen met een toebetaling aan de koper te realiseren is.”
Waar volgens de “realistische verwachting”  van kardinaal Eijk in zijn bisdom tussen heden en het jaar 2028 een kleine 300 kerken gesloten zullen worden, moet worden gevreesd dat een waar stuwmeer aan onverkoopbare kerken zal ontstaan die een financiële molensteen om de nek van de parochies zullen vormen.
Dit alles resulteert in een enorme kapitaalvernietiging en verloedering van vaak beeldbepalende gebouwen.

Wij bedoelen: Om werkelijk te bezuinigen zijn andere maatregelen nodig dan kerksluitingen.

Als het bisdom er werkelijk naar zou streven om een parochie financieel gezond te maken, dan zou het gebruik dienen te maken van concrete mogelijkheden zoals wij die eerder hebben gepresenteerd.

Door PASSENDE SOBERHEID zijn reeds op korte termijn aanzienlijke structurele bezuinigingen te realiseren. Het gaat vooral om de volgende verzamelposten: personeelslasten, kosten van kerkgebouwen en overig onroerend goed, alsmede kosten van beheer, eredienst en pastoraat.
Als cijfermatig voorbeeld nemen we onze parochie HH.Franciscus en Clara (centrum Twello). Deze parochie kent voor het referentiejaar 2012 een exploitatietekort van ca. € 264.000 op een begroting van ca. € 960.000. Maar door PASSENDE SOBERHEID komen wij tot op korte termijn haalbare besparingen van in totaal niet minder dan € 297.000 !
De gespecificeerde besparingen - met name op personeelslasten - zijn bedrijfsmatig onontkoombaar.

Gezien de - bij doorvoering van deze besparingen resulterende - gezonde financiële toekomstperspectieven voor de acht locaties, ware het alleszins verantwoord geweest om alle acht dorpskerken open te houden.  

Soortgelijke besparingsmogelijkheden zullen naar verwachting in vrijwel alle andere plattelandsparochies van het aartsbisdom bestaan. Daarom zou het ook daar veelal verantwoord zijn om de kerken open te houden - en zeker de kerken van geloofsgemeenschappen met voldoende VITALITEIT.

Wij bedoelen: Zó - kunnen we kerken openhouden !


Het bisdom begaat de cruciale fout om bij het wegwerken van exploitatietekorten uitsluitend te denken in termen van BEZUINIGEN - en helemaal niet in termen van EXTRA inkomsten genereren.
Naast de bestaande vormen om geld in te zamelen - met name via de actie Kerkbalans - kunnen de locaties velerlei vormen van fondsenwerving ontwikkelen door het ontplooien van activiteiten (bv. rommelmarkt) en het organiseren van evenementen (bv. concerten, sportwedstrijden). Verder is het uitermate lonend om optimaal gebruik te maken van geldende subsidieregelingen. En ook kan in verschillende gevallen een ontmoetingsruimte (bijgebouw) worden geëxploiteerd.
Vooral in verband met het genereren van extra inkomsten is het uitermate belangrijk om juist de lokale geloofsgemeenschappen een grotere eigen verantwoordelijkheid te verlenen - met name meer financiële ruimte te geven. In zo’n situatie zullen deze geloofsgemeenschappen veelal zichzelf kunnen bedruipen (zoals vóór de afgedwongen fusies ook het geval was).

Wij bedoelen: Er zijn nog veel meer mogelijkheden om kerken open te houden.

En wat doet het aartsbisdom? 
In de visie van kardinaal Eijk heeft het overgrote deel van de kerken in zijn bisdom geen toekomst meer - en kan daarom maar beter versneld worden opgeheven.
Helaas is dit een typische tunnelvisie - die nauwelijks ruimte laat voor concrete alternatieven (zoals hierboven aangegeven). Dit wordt bevestigd door zijn hierop gebaseerde “realistische verwachting”, volgens welke ruim 90% van de kerken binnen 15 jaar zal verdwijnen.
Dit is een rampzalig scenario voor de parochianen: het gaat immers niet om het kerkgebouw op zichzelf maar om de hiermee onlosmakelijk verbonden geloofsgemeenschap. Bij elke geloofsgemeenschap hoort een kerk - hoe klein ook - als gemeenschappelijke ontmoetingsplek. Wanneer hun kerk wordt gesloten, zal het overgrote deel van de getroffen gelovigen toetreden tot de explosief groeiende groep van ontheemde katholieken.
Volgens deze verwachting zullen met name alle dorpskerken verdwijnen, wat zal resulteren in een scherpe terugval van de katholieke geloofsbeleving op het platteland. 

Het strookt echter volstrekt niet met de ZORGPLICHT van het bisdom tegenover zowel huidige als toekomstige generaties parochianen om te tolereren dat er door de parochiebesturen praktisch niets wordt ondernomen om de financiële huishouding van de parochie daadwerkelijk gezond te maken. En zelfs accepteert en bevordert het bisdom dat de bestaande situatie door kerksluitingen verder wordt verslechterd.
En dit terwijl haar eigen procedure voorschrijft: "Ook dient onderzocht te worden of voldoende aanvullende inkomsten gegenereerd kunnen worden."

De visie van kardinaal Eijk heeft er helaas toe geleid dat in de praktijk het aartsbisdom welbewust voorrang geeft aan het versneld afstoten van kerken boven het daadwerkelijk pogen om parochies financieel gezond te maken. 
Deze visie gaat voorbij aan twee kernvragen:
1. Waarom kerken sluiten ter verbetering van de financiële huishouding van een parochie terwijl dit per saldo helemaal geen bezuinigingen oplevert?
2. Waarom alleen maar gedacht in termen van bezuinigen?

Wij bedoelen: Het ware passend en billijk dat het bisdom bij het “saneren” van parochies zich zou beperken tot "snoeien om te groeien" in plaats van overhaast te kappen.  



Wij bedoelen expliciet: Met passende soberheid kan een dreigende scherpe terugval van de katholieke geloofsbeleving in plattelandsregio’s in het aartsbisdom Utrecht, met name de Veluwe, wel degelijk worden voorkomen.