Zó - kunnen we kerken openhouden !
Compacte versie
De Rooms-Katholieke Kerk in Nederland
kampt al jaren met minder priesters, minder kerkgangers, minder geld...
Geen misverstand: heel wat kerken
zullen daarom helaas moeten sluiten.
Maar laten we de problemen van de
positieve kant benaderen: het merendeel
van onze kerken kunnen we openhouden !
Als er in een parochie
jaren achtereen forse exploitatietekorten zijn, dan eist het aartsbisdom
Utrecht dat het parochiebestuur maatregelen neemt om
die weg te werken. Dit resulteert er steeds in dat de pastoor (namens het parochiebestuur)
zich tot de aartsbisschop wendt met een schriftelijk verzoek om een of meer
kerken te sluiten. Hierna bepaalt de
pastoor de datum waarop de betreffende kerk wordt gesloten (met een
slotviering).
Een regelrecht doodvonnis voor de lokale geloofsgemeenschap !
Al snel na de sluiting zullen de bijdragen vanuit de
geloofsgemeenschappen tot vrijwel nul dalen. Het netto-resultaat is dat de
financiële huishouding van de parochie
er helemaal niet beter maar soms zelfs slechter op wordt.
Wij hebben kunnen aantonen
dat hierdoor de vermeende bezuinigingen als gevolg van dergelijke
kerksluitingen helemaal niet worden gerealiseerd !
Onverkoopbare kerken
Bovendien blijft een groot deel van de kosten
voor de parochie gewoon doorlopen. En als die kerk niet meer grotendeels voor
de eredienst wordt gebruikt, worden sommige kosten zelfs hoger (vervallen van
belastingvrijstellingen zoals onroerendezaakbelasting, risico van kraken en verval). Het blijkt nu
al heel moeilijk een kerkgebouw te verkopen vanwege de strakke regelgeving en
de beperkte gebruiksmogelijkheden. Veelzeggend is de volgende zinsnede in een
brief van de adviseur vastgoedbeheer van het bisdom: “Het komt regelmatig voor
dat de werkelijke vervreemding van een overtollig kerkgebouw alleen met een toebetaling aan de koper te realiseren
is.”
Waar volgens de “realistische verwachting” van
kardinaal Eijk in zijn bisdom tussen heden en het jaar 2028 een kleine 300
kerken gesloten zullen worden, moet worden gevreesd dat een waar stuwmeer
aan onverkoopbare kerken zal ontstaan die een
financiële molensteen om de nek van de parochies zullen vormen.
Dit alles resulteert in
een enorme kapitaalvernietiging en verloedering van vaak beeldbepalende
gebouwen.
Wij bedoelen: Om werkelijk te bezuinigen zijn
andere maatregelen nodig dan kerksluitingen.
Als het bisdom er werkelijk
naar zou streven om een parochie financieel gezond te maken, dan zou het
gebruik dienen te maken van concrete
mogelijkheden zoals wij die eerder hebben gepresenteerd.
Door PASSENDE SOBERHEID zijn reeds op korte termijn aanzienlijke structurele bezuinigingen te
realiseren. Het gaat vooral om de volgende verzamelposten: personeelslasten,
kosten van kerkgebouwen en overig onroerend goed, alsmede kosten van beheer,
eredienst en pastoraat.
Als cijfermatig voorbeeld nemen we onze
parochie HH.Franciscus en Clara (centrum Twello). Deze parochie kent voor het
referentiejaar 2012 een exploitatietekort van ca. € 264.000 op een begroting
van ca. € 960.000. Maar door PASSENDE
SOBERHEID komen wij tot op korte
termijn haalbare besparingen van in totaal niet minder dan € 297.000 !
De gespecificeerde besparingen
- met name op personeelslasten - zijn bedrijfsmatig onontkoombaar.
Gezien de - bij
doorvoering van deze besparingen resulterende - gezonde financiële toekomstperspectieven
voor de acht locaties, ware het alleszins verantwoord geweest om alle acht dorpskerken
open te houden.
Wij bedoelen: Zó - kunnen we kerken openhouden !
Het bisdom begaat de cruciale fout om
bij het wegwerken van exploitatietekorten uitsluitend te denken in termen van
BEZUINIGEN - en helemaal niet in termen van EXTRA inkomsten genereren.
Naast de bestaande vormen om geld in
te zamelen - met name via de actie
Kerkbalans - kunnen de locaties
velerlei vormen van fondsenwerving
ontwikkelen door het ontplooien van activiteiten (bv. rommelmarkt) en het
organiseren van evenementen (bv. concerten, sportwedstrijden). Verder is het
uitermate lonend om optimaal gebruik te maken van geldende subsidieregelingen. En ook kan in
verschillende gevallen een ontmoetingsruimte (bijgebouw) worden geëxploiteerd.
Vooral in verband met
het genereren van extra inkomsten is het uitermate belangrijk om juist de
lokale geloofsgemeenschappen een grotere
eigen verantwoordelijkheid te verlenen - met name meer financiële ruimte te
geven. In zo’n situatie zullen deze geloofsgemeenschappen veelal zichzelf kunnen bedruipen (zoals vóór de afgedwongen fusies ook het geval
was).
Wij bedoelen: Er zijn nog veel meer mogelijkheden
om kerken open te houden.
En wat doet het
aartsbisdom?
In de visie van kardinaal
Eijk heeft het overgrote deel van de kerken in zijn bisdom geen toekomst
meer - en kan daarom maar beter versneld
worden opgeheven.
Helaas is dit een typische tunnelvisie - die
nauwelijks ruimte laat voor concrete alternatieven (zoals hierboven
aangegeven). Dit wordt bevestigd door zijn hierop gebaseerde “realistische verwachting”, volgens welke ruim 90% van de kerken binnen 15 jaar zal verdwijnen.
Dit is een rampzalig scenario
voor de parochianen: het gaat immers niet om het kerkgebouw op
zichzelf maar om de hiermee onlosmakelijk verbonden geloofsgemeenschap.
Bij elke geloofsgemeenschap hoort een kerk - hoe klein ook - als gemeenschappelijke ontmoetingsplek. Wanneer
hun kerk wordt gesloten, zal het overgrote deel van de getroffen gelovigen
toetreden tot de explosief groeiende groep van ontheemde katholieken.
Volgens deze verwachting zullen met name alle dorpskerken verdwijnen, wat zal resulteren in een scherpe terugval van de katholieke geloofsbeleving op het platteland.
Volgens deze verwachting zullen met name alle dorpskerken verdwijnen, wat zal resulteren in een scherpe terugval van de katholieke geloofsbeleving op het platteland.
Het strookt echter volstrekt
niet met de ZORGPLICHT van het bisdom tegenover zowel huidige als toekomstige generaties parochianen om te
tolereren dat er door de parochiebesturen praktisch niets wordt ondernomen om
de financiële huishouding van de parochie daadwerkelijk gezond te maken. En
zelfs accepteert en bevordert het bisdom dat de bestaande situatie door
kerksluitingen verder wordt verslechterd.
En dit terwijl haar eigen procedure voorschrijft: "Ook dient onderzocht te worden of voldoende aanvullende inkomsten gegenereerd kunnen worden."
En dit terwijl haar eigen procedure voorschrijft: "Ook dient onderzocht te worden of voldoende aanvullende inkomsten gegenereerd kunnen worden."
De visie van kardinaal
Eijk heeft er helaas toe geleid dat in de praktijk het aartsbisdom welbewust
voorrang geeft aan het versneld afstoten van kerken boven het daadwerkelijk
pogen om parochies financieel gezond te maken.
Deze visie gaat voorbij aan twee kernvragen:
1. Waarom kerken sluiten ter verbetering van de financiële
huishouding van een parochie terwijl dit per saldo helemaal geen bezuinigingen
oplevert?
2. Waarom alleen maar gedacht in termen van bezuinigen?
Wij bedoelen: Het ware
passend en billijk dat het bisdom bij het “saneren” van parochies zich zou
beperken tot "snoeien om te groeien" in plaats van overhaast te kappen.
Wij bedoelen expliciet:
Met passende soberheid kan een dreigende scherpe terugval van de katholieke geloofsbeleving in plattelandsregio’s in het aartsbisdom Utrecht, met name de Veluwe, wel degelijk
worden voorkomen.